Context
|
Belevingswereld
Het thema van deze opdracht is het wereldkampioenschap voetbal. De meeste kinderen zijn hiervan al op de hoogte en sluit het dus aan bij hen bewegings- en leefwereld. | |
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden
Samen met de klas gaan we voetbalspelers in actie maken. Ieder kind uit de klas maakt zijn of haar eigen voetballer. Deze voetballertjes worden gemaakt van chenilledraad. Onze keuze is voor dit type ijzerdraad gevallen omdat dit gekleurd is en makkelijk verbogen kan worden.
! De leerkracht maakt het veld waarin we uiteindelijk de voetballers in plaatsen. De kinderen maken van het draad eerst een menselijk figuur. De randvoorwaarden hierbij zijn dat het figuur over een hoofd, romp, twee armen en twee benen moet beschikken. Aan de uiteinden van de benen komen klompjes klei zodat het figuurtje kan blijven staan. Beeldend doel: Aan einde van de les zijn de leerlingen instaat om een figuur beweging uit te laten stralen. Technisch doel: De kinderen hebben de voetballer gemaakt met chenille draad en de voetballer is in redelijke verhouding. | |
Receptie
/Oriëntatie |
Introduceren
|
Beeldcultuur
► www.fcupdate.nl/video/6725/
Voordat de kinderen zelf aan de slag kunnen met de opdracht laten wij hen eerst het bovenstaande filmpje zien. Hierin komt naar voren hoe voetballers bewegen en ook kunnen de kinderen deze bewegingen hierbij in slow-motion zien.
Beeldaspecten
Dynamische vorm
Ontwikkelingsfasen
Bij dit deel van de les hoort fase 3; de zichtbare werkelijkheid. De kinderen moeten namelijk de bewegingen die zij vanuit de realiteit goed observeren om deze later na te kunnen maken. Hier is veel oog voor details bij nodig. |
Beeldbeschouwen
We gaan gezamenlijk de afbeelding hiernaast observeren. Hoe is de voetballer weergegeven? Hoe staat zijn lichaam? Hoe staan zijn armen en benen? Wat zorgt ervoor dat hij is beweging lijkt te zijn? | ||
Instrueren
|
Beeldend Probleem
Je vertelt de kinderen dat in het draad wat zij krijgen totaal nog geen vorm, laat staan beweging bevat. Hoe gaan we daar wel voor zorgen? Hoe beweegt een echte voetballer ook al weer?
| |
Productie
/Uitvoering |
Observeren
|
Beeldend Vermogen
We hebben gezamenlijk al naar voetballers en hun bewegingspatronen gekeken. Na de instructie mogen de kinderen zelfstandig nog wat ideeën op doen door plaatsjes op de zoeken van beweging. |
Begeleiden
|
Werkprocessen
Al het materiaal is klaar gezet en de kinderen mogen wanneer zij genoeg inspiratie hebben beginnen met de opdracht. Zij zijn hier vrij in, zolang er maar beweging nagemaakt wordt. De leerkracht loopt langs voor vragen en ondersteunt waar nodig. | |
Afronden
|
Tijdsmanagement
In deze les staat het vormen van beweging centraal. Aan de kleding en dergelijke gaan we de volgende les pas werken. | |
Reflectie
/Nabeschouwing |
Nabespreken
|
Reflecteren
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria
De kinderen kunnen voor het eerste onderdeel maximaal 4 punten halen en voor de overige twee maximaal 3 punten halen. De onderdelen zijn; - beweging - verhouding - techniek en afwerking | |
Presenteren
|
Presentatievorm
| |
Evaluatie
|
Evalueren
|
Opdracht en randvoorwaarden
Dit kun je pas zeggen wanneer je de les uitgevoerd heb dus is momenteel nog niet van toepassing. |
Les 10: Lesfasenmodel
Na negen lessen vol ideeën, praktijkervaringen en natuurlijk ook een hoop theorie kwam de laatste les in beeld, en zo ook de eindopdracht. Guido had ons van te voren al verteld dat wij bij de laatste les een eindopdracht kregen die de leerstof van de afgelopen lessen betreft. Bij deze eindopdracht moesten wij in groepjes een beeldende vorming les in elkaar zetten. Dit moest uiteraard aan de hand van het lesfasenmodel. Mijn groepje, Nina en Manon, en ik kozen voor een les met het thema voetbal. Deze keuze hebben wij gemaakt in verband met het wereldkampioenschap!