De vorige les hebben we kritisch leren kijken naar een beeld. Dit deden we aan de hand van de beeldaspecten licht, ruimte, lijn, vorm, kleur, compositie en textuur. In deze les gaan we dat kritisch kijken naar een beeld vertalen in fases. Hoe kan je aan de analyse van een beeld van iemand zien waar hij of zij in de ontwikkeling zit?
Praktijk
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgRAXWTM2SSkPBG7fsI_lxs07Sbp-5Y5kWScLjpLX7qq7cov4whaEbabgClkuFNJpLGGujWrBXiq9tD5LM9l8P-8i19S1N2Zr1CcIilURZed5-9jhv6S5dMJdCoqEW8ZH7aFZcKMiS0a1o/s320/Enge+vrouw.jpg)
1. Wat is je eerste indruk van dit schilderij?
De vrouw ziet er somber en verdrietig uit. Het schilderij laat een beetje een grauwe indruk op mij achter.
2. Wat kun je vertellen over de voorstelling?
De vrouw kijkt verdrietig en ontevreden in de spiegel in haar hand. Ze probeert zichzelf wat op te doffen met behulp van make-up maar toch blijft zij een somberen verschijning lijken.
3. Kun je je erin inleven?
Niet in deze maten maar ik denk wel zeker dat iedereen wel eens een dag heeft waarin alles even tegenzit of dat je wat minder tevreden over jezelf bent.
4. Hoe sluit vormgeving aan op het thema?
Voor het kleurgebruik op de achtergrond is gekozen voor donkere kleuren. Ook zijn de benen van de vrouw weergegeven met veel putten wat er voor zorgt dat de vrouw wat dikkig lijkt. Ook is de vrouw zelf in fel, wit licht geplaatst wat een beetje een koude, grauwe indruk achterlaat.
5. Kun je het plaatsen in een bredere context?
De vrouw lijkt ontevreden met zichzelf en voelt zich niet goed genoeg voor de wereld.
De vrouw lijkt ontevreden met zichzelf en voelt zich niet goed genoeg voor de wereld.
Dat was echter niet het enige wat we deze les hebben gedaan. In het eerste deel van de les waren wij degene die de vragen van Guido beantwoordden en dus zelf actief bezig waren met het beschouwen van een beeld. Maar wanneer wij de pabo afgerond hebben, wordt van ons verwacht dat we niet alleen zelf een beeld kunnen beschouwen, maar dat we kinderen hier ook toe kunnen zetten. Dit doen we aan de hand van de volgende vragen:
1 Startvragen
2 Onderzoeksvragen
3 Interpretatievragen
4 Speculatievragen
5 Beoordelingsvragen
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjjtIslg6_EAyxavbFj6sDjXz-KzjJw6WS7QMRjoewxg9u6ILHgJ0HuiuHzfSwUFPIgO181xG0ggRfoodHlpPMtdJbytCagFZfqyHeKjWy8piGyOgLYNO_DXKe7Rj1NVCihlWHlHUT4nxM/s200/beeldende+vorming2.jpg)
Rio 1 ging over een blauwe ara uit Rio de Janeiro die slachtoffer werd van illegale dierenhandel. Hij werd ontvoerd en kwam zo in Minnesota terecht. In zijn reis terug naar huis leert hij veel andere vogels kennen, waaronder een andere ara. Haar naam is Jewel en zij worden verliefd. Waarschijnlijk is Rio 2 een vervolg op het vorige verhaal.
2. Wat zie je? Zijn die twee vogels hetzelfde? Wat hebben ze bij zich?
De vogels hebben dezelfde kleur en lijken veel op elkaar. Het mannetje heeft reisspullen bij zich.
3. Waar denk je dat de vogels zijn? Zijn ze in hun eigen leefgebied? Wat zijn ze aan het doen? Wat zie je in de eerste letter van de titel van de film?
Ergens in een warm, exotisch land. Het meisje ziet er relaxt uit dus zou wel eens uit dit gebied afkomstig kunnen zijn. Het mannetje lijkt erg chaotisch en heeft een kaart etc. bij zich. Hierdoor zou je denken dat hij dus niet afkomstig is van deze plek. In de eerst letter van de titel herken je een beetje het hoofd van de ara's, namelijk blauw met een kuifje.
4. Als een van de twee vogels rood gekleurd in plaats van blauw gekleurd geweest zou zijn, hadden ze dan nog bij elkaar gehoord denk je?
Nee, de vogels hoorde in deel 1 juist bij elkaar omdat hij beide de laatste blauwe ara's waren en juist daarom zijn ze bij elkaar gezet en hebben ze elkaar leren kennen.
5. Lijkt deze film je nu wel of nu nog steeds leuk?
Eigen mening gevormd aan de hand van de bovenstaande informatie.
Theorie
Volgens Parsons zijn er vijf verschillende fases waarin een mens leert kijken naar de wereld op zich heen. Alle vijf worden hieronder benoemd en uitgelegd!
- Het associatieve stadium (4-5 jaar)
In deze fase associeert het kind de losse onderdelen van het schilderij. Wanneer een kind een poes op het schilderij ziet nodigt het hem of haar uit om over poesen uit zijn leefwereld te praten. Het kind overziet het schilderij dus nog niet maar het kleurgebruik voor de losse onderdelen kan wel al gevoel oproepen bij het kind.
- Het mimetische stadium (5-8 jaar)
- Schematisch realisme
- Fotografisch realisme
- Het expressieve stadium (8-10 jaar)
De deze fase die in deze les behandeld is, heet de expressieve fase. De naam zegt het al een beetje. Het kind krijgt in deze fase het inzicht dat de kunstenaar een diepere gedachte in een schilderij gestopt kan hebben.
- Het formele stadium (10-12 jaar)
In deze fase leert het kind dat een beeld een sociale functie heeft. De boodschap die het kind al eerder in een beeld gevonden heeft, is niet alleen een boodschap richting het kind, maar richting de gehele maatschappij.
- Open mind stadium (12> jaar)
In de laatste fase in beeldbeschouwing kan een kind op basis van het goed observeren een eigen mening vormen. Ook leert het kind dat andere mensen een andere mening kunnen hebben over hetzelfde beeld. Wanneer het kind in deze fase belandt leert het omgaan met verschillen in meningen en kan hier discussies om voeren.